Nieuws en achtergronden voor zzp'ers

Het universele basis-inkomen is een heel dure sigaar uit eigen doos

         

Er wordt de laatste tijd steeds meer gesproken over het universele basis inkomen (UBI). Een gratis en onvoorwaardelijke uitkering voor iedereen. Helemaal nieuw is het niet. In de jaren 40 van de vorige eeuw gingen er parlementaire stemmen op in het Verenigd Koninkrijk. Nixon en Carter maakten in de jaren 70 vergelijkbare plannen. Finland rondde in 2018 een experiment af. Zwitserland had in 2016 ook serieuze plannen voor een UBI en dit jaar is Italië gestart met een proef.

Voorstanders van het UBI zijn ambitieus. Het UBI moet een einde maken aan armoede en stress om te overleven. Zonder armoede en stress voor een minimaal bestaan, zijn mensen gelukkiger en kunnen zij een betere bijdrage leveren aan de samenleving. Ook wordt met het UBI een oplossing beoogd voor het verlies aan banen door automatisering en robotisering. Dat klinkt heel serieus en nobel maar het is erg conceptueel. Veel begrippen zoals armoede, gelijkheid en onvoorwaardelijkheid worden onvoldoende uitgewerkt of verkeerd gebruikt en de consequenties worden niet overzien.

Armoede en het bestaansminimum

Hoewel er normen zijn voor het bestaansminimum, is armoede lastiger te definiëren. Armoede is zeer relatief. Diegenen die tegenwoordig als arm worden bestempeld, hebben niet zelden meer gemakken dan een modaal gezin in de jaren 50. In die tijd had lang niet iedereen een televisie, een wasmachine en een auto. Zeker had men toen geen iPhones, computers en internet. De huidige armen hebben dat vaak wel. De levensstandaard is de afgelopen 70 jaar enorm gestegen en daarmee ook de armoedegrens.

Armoede is niet simpelweg een tekort aan geld net zo min als ziekte een tekort aan medicijnen is. Het is veel complexer. Armoede is vaak het resultaat van diverse problemen, niet de oorzaak. Vergelijk het met schoolprestaties. Er zijn kinderen die blijven zitten. Nu kun je zeggen dat deze kinderen zijn getroffen door een onfortuinlijk gebrek aan voldoendes maar er spelen heel andere problemen. Die los je niet door die kinderen onvoorwaardelijk een 5,5 te geven.

Mensen in armoede vormen geen statische groep. Zoals met alle welvaartslagen in de samenleving, bewegen mensen wisselend naar boven en naar beneden. Iemand die vandaag rijk is, kan over tien jaar failliet zijn en weer tien jaar later een modaal inkomen hebben. Armoede is voor veel mensen een fase. Een heftige maar ook leerzame fase. Jongeren hebben veel minder geld dan bijvoorbeeld 40-ers. Na een scheiding of verlies van werk vallen veel mensen terug in levensstandaard om daarna weer omhoog te gaan. Ook de zogenaamde 1% is geen statische groep. Mensen kunnen er als een raket in komen en als een baksteen weer uit vallen.

Elke pyramide heeft altijd een onderste laag. De uitdaging is niet om de onderste armoede-laag uit te bannen maar om de weg naar boven te vinden. Een van de meest fundamentele vormen van self-empowerment is het overwinnen van persoonlijke armoede. Jezelf ontwikkelen, je leven op orde krijgen. Die verantwoordelijkheid krijg je als jongvolwassene op je schouders en raak je niet meer kwijt. Ook niet met het UBI.

Indien men UBI invoert met bijvoorbeeld een maandelijks bedrag van 1000 euro voor elke Nederlander, ontstaan allerlei problemen. Wie is Nederlander en wie niet? Als UBI alleen in Nederland wordt ingevoerd, kan het druk worden aan de grens. Daarnaast is de discussie over UBI dan niet beslecht maar slechts begonnen. Belangengroepen zullen stellen dat 1000 euro voor hen niet genoeg is. Iedereen hetzelfde bedrag, zal al snel als oneerlijk worden beschouwd. Waarom moeten mensen die veel verdienen, ook die 1000 euro krijgen?

Oude en nieuwe banen

Het verlies aan banen door automatisering is een aanname die niet wordt gesteund door de werkelijkheid. Technologische ontwikkelingen hebben de afgelopen decennia veel meer nieuwe banen opgeleverd dan doen verdwijnen. Er is door het internet inderdaad minder behoefte aan postbodes maar des te meer behoefte aan server-specialisten, hardware-fabrikanten, kabelleggers en programmeurs.

Onbetaalbaar

Veel voorstellen voor een UBI zijn in de afgelopen decennia stuk voor stuk afgeschoten omdat het niet betaalbaar bleek. Hoewel er reeds miljarden worden uitgegeven aan sociale zekerheid, is UBI is vele malen duurder. Het geld moet ergens vandaan komen. De overheid heeft van zichzelf geen geld dus moet het van dezelfde burgers komen. Dat betekent hoge belastingen op alles dat los en vast zit. Proeven met het UBI hebben uitgewezen dat mensen minder gaan werken. Een economie met minder productiviteit en zwaardere lasten zal als een boemerang bij de burgers terugkomen. Voor de burgers als geheel is het dus niets meer dan een heel dure sigaar uit eigen doos.

Dat zag de Zwitserse bevolking in 2016 ook in toen bij referendum werd voorgesteld om iedere Zwitser maandelijks ca. 2000 euro te geven. 78% stemde tegen. Men zag de economische consequenties van die sigaar wijselijk niet zitten.

Deel op Facebook     Deel op Twitter     Deel op LinkedIn